Dutch Letter of Marque, 1709

The original was issued by the Staten-Generaal of the Netherlands to Jan Cornelissen on 24 August of this year. Captain Cornelissen commanded the ship De Getergde Zeeleeuw.


De Staten Generael der Vereeniche Nederlanden. ALZOO het de koningen van Vrankrijk en Spagne gelieft den staet der Verenichde Nederlanden zonder eenige redenen ofte oorzaken vijantlijkheden aen te doen ende hare onderdanen te beveelen de goede ingezetenen van deeze landen alomme vijandelijk aen te tasten en te beledigen: zoo ist, dat wij daerdoor zijnde genecessiteert geworden alle middelen aen te wenden, omme te bekomen reparatie van schade, onze goede ingezetenen albereits toegebragt, mitsgaders meerder andere te preveniëren, tot zodanigen eijnde aen gemelde koningen den oorlogh hebben gedeclareert, met last en bevel, zoo aen onse onderdanen, als officieren en soldaten, zijnde in onsen dienst, omme de onderdanen van gedachte koningen van Vrankrijk en Spagne en andere in haren dienst en onder haere gehoorzaemheit zijnde, vijandelijk te tracteren en alle afbreuk te doen en dat door Jacob Sautijn, koopman te Middelburg in Zeeland, een schip van oorlogh zijnde uitgerust, een getrou, bequaem en wel ervaren persoon, om als kapitein daerover te commanderen, dient gestelt en gecommitteert, tot welken eijnde aen ons gerecommandeert is de persoon van Jan Cornelisse, voerende 't fregatschip, genaemt de 'Getergde Zeeleeuw', ons versoekende, wij wilden hem met onse commisie, daertoe nodigh, doen voorsien. Doen te weten, dat wij hetzelve, als tenderende tot afweeringe van verder onheijlen en bevorderinge van de welstant van de gemeine commerciën en navigatiën dezer landen, in behoorlijke consideratiën hebben genomen, ende daerbenevens geïnformeert zijnde van de bequaemheit en vromigheit van den voornoemde Jan Cornelissen, denzelven tot kapitein over 't voorszeide schip gestelt ende gecommitteert hebben, gelijk wij hem stellen en committeeren midsdezen, met last en authorisatie om 't voorszeide ship te voorzien met alzulke officieren ende bootsgezellen, als hem goetdunken ende belast worden zal en dat voorts alomme bij retorsie zal mogen aentasten ende neemen, alle zoo oorlogschepen, commisievaerders ende koopvaerdijschepen ende daer ingeladen goederen, onder het gebied van hoogstgedachte koningen van Vrankrijk ende Spagne ofte andere vijanden van den staet der Verenigde Nederlanden gehorende (die volgens het 14 articul van de Rijswijkze Vrede na Vrankrijk zullen retourneeren, alleen uitgezondert) of vandaer of elders op hare bestellingen uitvarende en invarende, zonder onderscheid van plaetzen, zowel binnen als buiten Europa, wel verstaende dat hij onder praetext van dezen niet zal mogen beschadigen eenige kooplieden of ingezetenen van de meergenoemde Vereenigde Nederlanden, nogte goede vrinden derzelver, of degeene, daermede dezelve in goede alliantie of neutralitijt zijn staende tot welken eijnde hij kapitein gehouden werd zich te reguleeren na den articulbrief of ordonnantie hem voor te houden, gelijk mede alle buijten of prinsen, die hij zoude mogen komen te veroveren, behorelijk te leveren in handen van de collegiën ter admiraliteit onder welkers district hij is uitgevaren om bij hetzelve wettelijke kennisse te werden genomen van de deugdelijkheit of ondeugdelijkheit vandien, en behoorlijke verdeelinge daervan gemaekt te werden, volgens de ordonnantie, daerop gemaekt, of nogh te maken en voorts behoorlijke cautie te stellen voor de Raden ter Admiraliteit daer het schip is afvarende en daerbenevens een pertinent journael van zijne reijze te houden, en zoo wanneer hij ingekomen zal zijn, 't zelve over te leveren aen 't voorszeide collegie boven deze zal hij en zijne officieren uit alle de schepen, die hij zal komen te veroveren, met hem in de Nederlanden voorszeide brengen den kapitein, opperschipper en opperkoopluiden, of eenige van de andere officieren, ten ware hij de veroverde schepen hadde ledig en zonder volk vinden drijven doch zoo namaels bevonde wierde, dat hij de voorszeide officieren uit hare schepen verjaegt, of elders aen landt gezet hadde, in zulken gevalle zullen zowel de officieren als de voorszeide kapitein arbitralijk, of zelfs na gelegenheit van zaken meterdood zonder eenige genade gestraft werden, Op alle het welke hij voorts schuldig zal zijn den behoorlijken eed van getrouwigheit te doen aen de respectieve collegiën ter admiraliteit versoekende dien volgende alle koningen, republicquen, potentaten en andere personen, van wat staet, digniteit, ampt en conditie dezelve zouden mogen wezen, den voornoemde Jan Cornelissen voor onsen kapitein ten eijnde voorszeide te willen erkennen, en dien volgende hem alle faveur ende goede bevorderinge te betoonen; twelk wij tegen een ijgelijk na zijn hoogheit, staet en qualitijt willen verdienen en erkennen ordonnerende en beveelende daerbenevens wel expresselijk alle oversten, luitenanten, viceadmiralen, kapiteijnen, bevelhebberen en voorts alle anderen, in dienst der gemelde Verenigde Nederlanden en onder onse gehoorzaemheit wesende, den voornoemde Jan Cornelissen voor onse bestelden kapitein te houden en erkennen en in't volbrengen van dezen zijnen last alle hulp en assistentie te verleenen. Aldus gedaen ter vergadering van de Hooghgemelde Heeren Staten-Generael in 's Gravenhage den 24 augustij 1709, was geparapheert Wittersum. Lager stond ter ordonnantie van de Hooggemelde Heeren Staten-Generael en was getekent F. Fagel.

Op huijden den 16e october 1709 is door den capitein Jan Cornelisz aen handen van Heer presideerende ter vergaderinge van de Edel Mogende heeren Gecommitteerde Raaden ter admiraliteit residerende binnen Amsetrdam den gerequireerden eed afgeleght, als meede gestelt de gerequireerde cautie ende ter secretarij van Haer Edel Mogende gedaan registreeren. Onderstond mij present en was getekent David de Wildt.


Back | Home |